De derde gouden eeuw van Amsterdam
Op 29 september 2017 vierde ondernemersorganisatie ORAM haar 100-jarig bestaan. Ze presenteerden daarbij de visie van ondernemend Amsterdam op de toekomst van de stad: ‘Een blauwdruk voor de derde gouden eeuw van Amsterdam’. In de eerste twee gouden eeuwen was de rol van de Amsterdamse ondernemers overduidelijk. Maar welke rol speelt Ondernemend Amsterdam in schijnbaar alweer de volgende goudkleurige eeuw?
Deze vraag staat centraal in de publicatie. We spreken Jurriaan van den Eijkhof, Adviseur Ruimte & Economie bij ORAM, over de rol van ondernemers in de transitie van werk en ruimte in de Metropoolregio Amsterdam.
“Het bedrijfsleven draagt heel veel bij aan de stad maar dat is bijna onzichtbaar.”
Wat wilden jullie precies bereiken met deze blauwdruk?
Wat we vooral wilden laten zien is dat er heel veel energie en denkkracht bij ondernemers ligt. We hebben ongeveer 600 leden, kleine en grote bedrijven, en daar zit ontzettend veel kennis in. De klassieke gedachte van een gemeente die ‘het wel bedenkt’ en het bedrijfsleven die daar dan ‘iets van vindt’ klopt gewoon niet. Het bedrijfsleven heeft heel veel goede ideeën om de stad en regio een betere plek te maken. Ze snappen ook dat de stad groeit en de bereidheid om mee te denken is groot. Niet alleen over economie, maar over Amsterdam in de breedte. Ondernemen en economie staan niet op zichzelf. Uiteindelijk is het ook voor bedrijven van groot belang dat de metropool zich in balans ontwikkelt en leefbaar is.
Zolang het geen bedreiging voor de bedrijven wordt natuurlijk?
Op dit moment focust de Gemeente in al haar ruimtelijke plannen op woningbouw en denkt daarbij maar beperkt na over de consequenties van die plannen voor het bedrijfsleven. Nu komt dat pas na de lancering van een plan. Grote bedrijven doen langetermijninvesteringen. Als je dan niet weet of je kunt blijven, zoals bijvoorbeeld nu speelt bij de bedrijven die gevestigd zijn waar straks Haven-Stad moet komen, dan zit je klem. De plannen voor de transformatie van dat gebied zijn vrij plotseling op tafel gekomen. Wij zeggen: ‘Dit is een gemiste kans, neem die ondernemers op tijd mee!’
Welke rol speelt ORAM daarin?
Wij kunnen als ondernemersvereniging dan een belangrijke schakel zijn.
We willen weg van de beleidsplannen die voor 90% klaarliggen voordat er wordt gevraagd wat het bedrijfsleven ervan vindt. Dat is reactief. We willen al in een vroeg stadium inhoudelijk meedenken. Daar worden de plannen en het draagvlak voor die plannen ook beter van.
“Benut ons, en benut ons netwerk.”
De klassieke ondernemersvereniging heeft een voorzitter en één of twee medewerkers, maar wij werken met een groot team en kunnen snel en inhoudelijk reageren. We hebben bovendien een groot netwerk. Dus benut ons, en benut ons netwerk.
Waarom is dat zo belangrijk?
Als je kijkt naar Koers 2025 - een heel sturend plan van de Gemeente voor de toekomst van Amsterdam – dan zie je dat bijna alles gefocust is op woningbouw. Er wordt zelfs 230 hectare aan bedrijventerrein voor getransformeerd. Maar waar die bedrijven naartoe moeten of waar überhaupt ruimte blijft voor ondernemen en economie staat niet in het plan.
De transformatie van bedrijventerreinen gaat dus behoorlijk eenzijdig, wat het ondernemersklimaat onder druk zet. Het bedrijfsleven draagt heel veel bij aan de stad, aan werkgelegenheid en economische groei, dat zijn basiswaarden voor een stad. Bij transformatie moet je dan ook een regionale visie hebben, want niet langer valt alles op te lossen binnen de eigen gemeentegrenzen. Waar wil je wat voor bedrijvigheid?
En als je uitspreekt dat je een bepaald type bedrijvigheid niet wilt, wees daar dan duidelijk en transparant over. Daar kunnen bedrijven niet blij mee zijn, maar dat is misschien in het grotere plaatje goed. Nu wordt er gewoon druk uitgeoefend door alle plannen die er komen en lopen bedrijven weg. Steeds meer bedrijven gaan zo echt op hun strepen staan, want ze voelen zich in het nauw gedreven.
Hoe willen jullie aan tafel komen met de gemeente in gesprekken op het gebied van planvorming?
We zijn echt as we speak die vertaalslag aan het maken. Dit is niet het einde (blauwdruk), dit is het begin en we willen dat graag samen met de Gemeente doen.
“In plaats van zes weken zienswijze termijn, neem gewoon zes maanden. Neem zes maanden om echt te kijken of dit een gedragen plan wordt.”
Het zit namelijk ook in bestuurlijke innovatie. Normaal gesproken ligt er op een gegeven moment een concept-ontwikkelstrategie, waar al best duidelijk staat wat er moet gebeuren en waar een gemeente naartoe wil. Dan organiseert zo'n gemeente wat bijeenkomsten, dan kun je je zienswijze meegeven, maar je ziet er uiteindelijk weinig van terug.
Wij stellen voor dat juist vóórdat het plan op tafel ligt, er heel veel tijd wordt ingeruimd om bijvoorbeeld met ORAM namens het bedrijfsleven in gesprek te gaan en gezamenlijk het plan vorm te geven. In plaats van zes weken zienswijze termijn, neem gewoon zes maanden. Neem zes maanden de tijd om echt te kijken of je tot een gedragen plan kunt komen. Dat zit nu niet in de mindset en misschien ook niet in de mogelijkheden. Samen met Amsterdam willen wij daarom zoeken naar nieuwe, innovatieve samenwerkingsvormen. De dynamiek in de stad vraagt er ook om.
Hoe zijn jullie nu bezig om hier een draai aan te geven?
We zijn begonnen met proactief ideeën en oplossingen aandragen. Zo hebben wij vorig jaar, onder leiding van stedenbouwkundige Peter de Bois, workshops georganiseerd waarbij 40 ondernemers en professionals van verschillende bedrijven intensief nadachten over welke waarden zij in de toekomst van de stad Amsterdam wilden behouden en welke nieuwe ontwikkelingen zij belangrijk achtten voor de stad en de metropool.
Interessant! Wat kwam daaruit?
Verrassend veel! Maar wat je vooral ziet is dat die ondernemers dus niet alleen maar bezig zijn binnen hun eigen bedrijfsgrens. Ze denken op een positieve manier na over veel meer dingen dan hun eigen bedrijf. Heel veel grote bedrijven voelen zich op een bepaalde manier ook echt wel verantwoordelijk voor hun omgeving. Bedrijven uit de haven, maar bijvoorbeeld ook binnen de kantoren op de Zuidas.
En de gemeente, denken die ook buiten hun eigen grenzen?
In het algemeen: de gemeente moet gewoon de deur openzetten voor het bedrijfsleven, voor andere partijen, maar ook voor regiogemeenten.
“Het is toch een Amsterdams feestje. Maar Amsterdam is meer dan zijn gemeentegrenzen.”
Het lijkt alsof de Gemeente Amsterdam alle regionale opgaven binnen de eigen gemeentegrenzen op wil lossen. Maar kijk eens verder. Er zijn nog zo veel plekken in de MRA waar je kunt bouwen. Maak bijvoorbeeld een hoog stedelijk milieu binnen de ring, verdicht rond knooppunten en kies voor complementaire woontypologieën op andere plekken in de regio. En met goede infrastructuur worden de afstanden veel kleiner.
Het is nu nog te veel een Amsterdams feestje. Amsterdam is ook de motor, dat weet iedereen. Dat is helemaal niet erg. Maar Amsterdam is meer dan zijn gemeentegrenzen.